Zonen
Je leert ze lopen, praten, verbindt hun wonden.
Je leert ze normen en waarden en discipline,
op te passen voor vreemden en honden.
En dat ze zelf hun geld moeten verdienen.
Je leert ze beleefdheid en eten met vork en mes,
delen en geen dingen van anderen te begeren,
Op tijd thuis te zijn en dan ook echt vóór zes,
maar leven kun je ze niet leren.
Ze maken keuzes die jou niet kunnen bekoren,
hebben vrienden die je niet ziet zitten
Komen thuis bij het ochtendgloren,
of blijven gewoon ergens pitten.
Ze vertederen, ergeren en doen je zeer
Ze groeien op met schokken.
Maar op een dag kan het niet meer,
je verschuilen achter moeders rokken.
Dan komt het moment van loslaten,
met een duik uit het warme nest.
En hebben ze pas later in de gaten,
mijn moeder deed meer dan haar best.
Ik ben op zoek naar de auteur van onderstaand gedicht! Ik weet niet of het al een bekend gedicht is of van een gewoon onbekend iemand. De eerste strofen gaan als volgt.
Een aangenaam plekje.
Onlangs, ik zal het nooit vegeten
was ik in een wei gezeten
en ik bemerkte dara alras
dat daar een stront vergadering was
‘kzag ze daar in alle vormen
grote kleine en met wormen
stront langs daar en stront langs hier
daar twee bijeen daar drie en daar vier
overal kon ik er bespeuren
alle tinten alle kleuren
en zo ver mijn oog kon reiken
zag ik niets dan stronten prijken
En zo gaat het een hele tijd verder!
Kennen jullie dit grappige “werk”?
Graag reactie! Bedankt
Wij hebben het niet op de website staan en in Google is er ook niets van terug te vinden. Misschien dat andere bezoekers je kunnen helpen.