Jij kwam zo plots in mijn leven,
Slechts voor heel even.
Maar dat beetje volstond,
Om te wijzigen wat voordien bestond.
Sindsien heeft niets nog enige waarde,
Enkel de herinnering van hoe ik naar je staarde.
Ik hield het bij kijken,
Om niets te laten blijken.
Ik liet het initiatief aan jou,
Hoezeer ik het ook nemen wou.
Ik probeerde onopvallend opte vallen,
Nu lijk ik wel raas te kallen.
Maar toen hield alles steek,
Buiten de snelheid waarmee de tijd verstreek.
Een hele week leek slechts een uur,
Tijd is toch zo duur.
En nu enige tijd verstreken is,
Besef ik hoe hard ik je mis.
En ik mis je steeds meer,
En denk aan je keer op keer.
Geen enkele dag,
Zonder herinnering aan die lach.
Geen enkele avond,
Zonder te denken aan hoe je voor me stond.
En elke nacht weer,
Het besef van hoe hard ik je begeer.
Ik zou echt alles geven,
Om je langer te laten leven.
Ik zou zelfs willen sterven,
En mijn vijand mijn bezit laten erven.
Dat om slechts één moment met jou te mogen spenderen,
Hier valt echt wel iets uit te leren.
Namelijk dat wanneer echte liefde begint,
Het zelfs de allerdiepste haat overwint.
Liefde is echt het mooiste wat er bestaat,
Het enige waarvoor idereen door het vuur gaat.
Je hebt er zeker nooit aan gedacht,
Maar jij hebt me dit bijgebracht.
Op de eenvoudigste wijze,
Door het simpelweg te bewijzen.
Want voor mij ben je het goede,
Voor elk kwaad kun je me behoeden.
Door je simpele aanwezigheid,
Raak ik alle zorgen kwijt.
Het kan ook niet anders zijn,
Bij jou is alles toch zo fijn.
En om je innerlijke schoonheid te accentueren,
Moest God je wel een perfect uiterlijk doneren.
Hij had volgens mij echt geen keus,
Gaf je de mooiste neus.
Het mooiste lichaam,
En die prachtige naam.
En dan die schitterende ogen,
In jou geval is het echt niet gelogen.
Dat God je naar eigen beeld maakte,
En daarmee een mirakel meer veroorzaakte.
En dan nog die lippen en je mond,
Je heupen en je kont.
Verder nog die benen,
Je voeten en zelfs je tenen.
Er is helemaal niets aan jou,
Waar ik niet van hou.
En toch zal deze liefde nooit geschieden,
Want wat kan ik je aanbieden?
Niets dat niemand anders kan,
Voor jou ben ik slechts een fan.
Want ik kan je niets geven,
Wat je bij een aner niet kunt beleven.
Maar wat je mij kunt schenken,
Je kunt het zo gek niet bedenken.
Hoe kan liefde zo snel openbloeien,
En tot zo’n mate uitgroeien.
Laat wat van je horen