Vloeiend water vliet
langs de vlasblonde vlierstruik,
vlegeljaren doorstaan;
Gelijkerwijs
vlijt de vloot van de vloed
tegen het vlinderbloemige vloerkleed van de aarde
Terwijl de droppels,
druipnat druppelsgewijs
in de diepe golven druppen,
Vieren de waterhoenen hand in hand
met de juffertjes hun waterpartij
op de waterloop
Totdat er zich plotsklaps
’n melodisch melodrama afspeelt
in het blauwfluwelen kasteel van Neptunus;
Hemelrijkende golven,
torenhoog storten zich op
de arme vlierstruik,
nooit meer droog
Staalblauwe stormen legen zich
straalsgewijs
met een stortvloed;
Stormsein missend
zijn de stortbeken
tot doodgravers voor de dra,
doodstuipende dierenkadavers
Mensen leven aangenaam verder
om het zorgeloost
onwetend van de hoen
en zijn uitgedunde kroost.
Laat wat van je horen