Rennend voor de nacht,
huilend bij de maan,
vluchtend voor de sterren.
Een reusachtig groot heelal.
Een kind voor het raam.
Bang voor die oneindigheid,
die grote kille ruimte
die iedereen omringt.
Maar koester die gedachte,
sluit hem in je hart.
dan zal je vliegen tussen
de lichtjes die de nacht je brengt,
en dromend van de planeten
in slaap vallen,
bij het licht van de maan.
Slaap zacht.
Laat wat van je horen