Als het wad zo plat,
vol of leeg verdrukt
uit duizend kelen,
jouw stilte symfonie de rust,
daar vliegen grote vluchten breed verstrooid door het zilte,
schijnbaar ongestoord.
Verder aan de horizon
verdrinkt een schip,
in nevel aan de rand ervan een plooi.
Waarachter vaag de silhouetten
van beschaving,
de vlucht strijkt neer
plots ongehoord.
Pure schoonheid is je waarde louter, eenvoud je geheim,
je symfonie uit duizend kelen
zoekt nieuwe gronden
en laat mij achter rustig en zo klein.
Laat wat van je horen