Opa keek vaak in onze tuin
naar die zeven sprietjes gras,
en daar zag opa dan een koe
die er helemaal niet was.
En later, in het ziekenhuis,
kon hij verwonderd vragen
waarom ze toch de buitenmuur
uit zijn kamer hadden geslagen.
Voor opa was het doodgaan
dus niet zoiets als nacht:
het was de steeds grotere ruimte
die hij voor zichzelf had bedacht.
Laat wat van je horen