Ik was eerst een lief meisje.
En leefde ik in een vrolijk paradijsje.
Vrienden betekenden veel voor me.
En ik hield erg veel van ze.
Maar nu? Nu ben ik een duiveltje.
En wat heb ik er van gemaakt?
een rommeltje.
Ik doe erg boos tegen iedereen.
Ik doe tegen me vrienden
heel erg gemeen.
Ik heb nog een laatste kans gekregen.
Ik moet het met mijn hart zweren.
Dat ik het niet zal verpesten.
Of anders kom ik weer in de nesten.
Laat wat van je horen