Eerst als DICHTER bij Gods genade.
Dichter dan men ooit raadde.
Je ravenzwarte slanke Valentijn.
Een gepelsde,omhelsde liefdestsaar.
Plots maar harlekijn,
Je hofnar, je knar met het kwade…
Een potsje met belletjes…
Ik vind het nu echt wel welletjes.
Mijn hart likt nog steeds doornen pijn.
En ik wacht al tijden en ook jaren.
Aan het raam met je wenkende liefdesgebaren.
Rue Normandy,89.
Bij de bakker op de hoek stond ik met rode rozen.
Eens zelfs stiekem met een chocoladen sinterklaas.
Maanden lang stond ie op je studentenkot.
Beneden de kotmadam met de dobbelstenen.
De stenen zijn nu al lang geworpen.
Zoals in vele kleine dorpen.Helaas.
Alea Jacta Est!o mijn god!
Je bent al lang niet meer alleen.
Nadat de poster van Che Guevara verdween…
Maar waar is nu nog een sein?
Of:een geheim teken, Mariléne?
Je staat al, jaren en tijden,Marilène,
niet meer op mij in je kamer te
wachten.Enkel al die bange gedachten..
Voor mij werden het afschuwelijke zwetende en roepende nachten.
Laat mij godbetert nog één keer zijn:
Jouw jonge slanke dichter Valentijn.
Daarna verlaat ik ons Koekelberg.
Desnoods als bultige dwalende dwerg.
Wantje hebt al lang mijn vurig beminnen,
Verwezen naar het Rijk der Zinnen.
Laat wat van je horen