Een meisje vol met angst,
Pijn, woede en verdriet.
Levend in de eenzaamheid,
Maar niemand die het ziet.
Niemand die het leek te merken,
Want ach, het is zo’n vrolijk kind.
Maar ‘savonds alleen op haar kamer,
Is het de eenzaamheid die het wint.
Op school zo vrolijk,
Ook thuis alles goed.
Toch is ze niet tevreden,
Al is dat wel wat moet.
Daarom zijn die nachten,
Die nachten vol met pijn.
De tijden die ze vreesde,
De dingen die niet zo moesten zijn.
Altijd klaar voor anderen,
Nooit zichzelf een keer vooraan.
Terwijl ze zelf iemand nodig had,
Iemand die voor haar klaar zal staan.
Toch blijft ze doorgaan,
Het leven leven dat ze kent.
Zonder de kracht om het te veranderen,
Dit is geen leven dat went.
Laat wat van je horen