Wat mij nu echt irriteert!
Dat paaltje in het midden
van de straat.
Ik weet zeker dat hij mij eens
gewoon er niet meer door laat.
Dat hij zich dan langzaam rekt
en zijn lange armen strekt.
Tot ik dan ten einde raad,
gevangen zit in mijn eigen straat.
Daar staat hij dan te lachen,
met zijn kleuren rood en wit.
Grapjes te bedenken,
waarin geen greintje humor zit.
Hij zegt dan met een accentje:
‘saaie trut, doe ook eens mal’.
Ik zit nu te verzinnen,
over hoe ik mij wreken zal.
Dan zeg ik tegen zijn rotkop,
ja dat lelijke stuk staal:
‘je gelooft het misschien zelf niet,
maar je staat hier echt voor paal.
Laat wat van je horen