Oh,
de ochtend was zo broos
Mijn hoofd nog in hogere sferen, virtuoos
Met schaamte draai ik mij om, o-zo onwetend
Want als de ekster op het raam tikt, ben ik versplinterd.
Nooit of te nimmer zal ik recupereren
Immers, wanneer de avondzon zich terugtrekt
Wordt mijn verraad zó openlijk blootgelegd.
Oh,
de nacht zo vol misvattingen
Waarachtig heb ik geen misdaad begaan
Mijn monogamie is een eenzame zwanenzang
Met alleen getik als mijn achterban.
Laat wat van je horen