Schamen van binnen
is je hart van buiten.
Eigen schuld, denk ik dan.
Met open ogen staar ik naar buiten.
De vriendschap met hem was meer dan.
Voor mij althans, voor hem niet.
Een traan raakt mijn gezicht.
Hij ziet het zelf nog niet.
En vandaar dit gedicht.
Pratend met een meisje
kwam mijn jaloezie omhoog.
Wegdrinken lukte niet,
het werd alleen maar meer.
Mijn ogen waren allang droog.
Mijn hart klopte bij de gedachten
en mijn lichaam deed zeer.
Ik had nooit durven
denken dat het zo kon lopen.
Bang dat het aan mij zou liggen.
Helaas kon ik de
verdriet niet afkopen.
Nooit wetend dat ik dit
gedicht dan ook zou dichten.
Mijn verdriet uiten
is moeilijker dan ik dacht.
Ik zocht het toch maar
in een wijntje zeker of negen.
Toch zonder te eten
of zonder de macht.
Ik ben zo niet trots
of tevreden.
Positief moet ik het zoeken.
Positief moet ik nadenken.
Toch blijf ik zijn naam in mijn gedachten maar roepen.
En kan hij mij de liefde,
nooit toe schenken.
Laat wat van je horen