Ontspannen lopend langs de kust.
Mij van de schepping diep bewust
verdwaal ik in dagdromen.
Hoe moet ik bij de zee dan komen?
Zoekend ben ik verder gegaan.
Tot dat ik hem rechtop zag staan.
Hij bracht me waar ik wilde zijn.
God ja!
Op strand dacht ik wat fijn!
In de schemer varen langs de kust.
Nog van geen dreiging bewust
verdwaal ik in dagdromen.
Straks zal ik weer thuis komen
Een wilde storm achter mij aan.
Tot dat ik lichtend hem zag staan
Hij bracht me waar ik wilde zijn
God ja!
Aan land was ik wat fijn!
Wijzen wijzen berekend naar boven.
Een ster die niet meer wilde doven.
Verdwaalde wetenschap bracht licht.
Ze kwamen voor Gods aangezicht.
Dit arm Zalig Kind en Hemels baken
Zal hen steeds aan blijven raken.
Hij bracht hen waar ze wilde zijn
God ja!
Een Koningskind wat fijn!
Laat wat van je horen