Het scheepje onder jezus hoede

Dit is afschuwelijk:die zwarte eenzaamheid,
Dit weggeslagen zijn van iedere kust,
Dit drijven op de stroom van tijd naar eeuwigheid,
Dit worstelen voor de eindelijke rust.
Ik ben een drenkeling,wiens schip te pletter sloeg,
En klem me vast aan nog een wrakstuk hout-waarom?
Ik wou toch dat de zee mij niet meer droeg en dat ik zonk-ik krijg het al zo koud.
O god,waar is het schip met,,svaders zoon aanboord?
Waar is de kruisvlag,wappren in de top?
Wanneer gij spreekt,al is het maar een enkel woord,
Dan vecht ik door.- Maar nu geef ik het op.
-Het is niet ver meer naar het veilig strand,
Nog even,kind,dan trek ik je aan land.

Zeer slechtSlechtRuim onvoldoendeOnvoldoendeTwijfelachtigVoldoendeRuim voldoendeGoedZeer goedUitstekend (Nog geen stemmen)

Laat wat van je horen

*

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten