Zwervend door de regen,
Denkt ze terug aan toen,
Aan de gebeurtenissen die zijn verzwegen,
En de eisen waaraan ze moest voldoen.
Gedachten spoken door haar hoofd,
Haar lichaam stopt verstijfd van de kou,
Al die mooie dingen die haar zijn beloofd,
Het leven van een normale vrouw.
Het moment is aangebroken,
Ze staat stil voor het punt,
Haar hart heeft niet gesproken,
Dat heeft ze nooit gekund.
Aan het einde van de hoge rots,
Kijkt ze op het water neer,
Ze sluit haar ogen en glimlacht trots,
En toen… was ze er niet meer.
Laat wat van je horen