Een rode gloed voor mijn ogen,
Blijven me volgen als gelogen.
Het gaat niet weg, blijft komen,
Het zijn vreemde enge dromen.
De kleuren gaan door elkaar,
Het voelt gek en raar.
Ik kan het niet weg halen,
Ik zit ervan te balen.
De kleuren kunnen niet omgaan met mij,
Het maakt me boos, niet blij.
Ik blijf me vreemd voelen,
Weet niet wat de kleuren bedoelen.
Ik kan het ze niet vragen want,
Ze reageren niet naar mijn kant.
Ik vroeg het ze maar reageerde niet,
Het deed me pijn en verdriet.
Ik vroeg het nog een keer en reageerde toen ..
Slapen, dat kan ik nu wel doen.
Ik werd wakker in de nacht,
Weet niet meer wat ik toen dacht.
De rode gloed was weer terug bij mij,
Dit keer voelde me ik gewoon, blij.
Weer vroeg ik waarom,
Ze zeiden;
als je het niet weet ben je dom.
Ik ging terug denken aan vroeger in verleden,
Weet nog wat voor spelletjes mijn moeder en ik deden.
Ik ging terug denken aan haar laatste dag,
Toen wist ik niet meer wat ik zag.
Op de achtergrond van een foto van haar,
Zag ik ook het rode gloed gebaar.
Nu weet ik dat ze wil communiceren met mij,
Het maakte me niet meer blij.
Ik voelde een warme tinteling op mijn wang,
Het bleef, en hield me in bedwang.
Ik droomde weer lekker zacht,
Terwijl ik nog steeds aan jou dacht.
Ik werd niet meer wakker,
helemaal niet,
Ik kon niets meer,
het deed me weer verdriet.
Niet meer bewegen, niet meer kijken,
Het deed mijn leven afwijken.
Mijn leuk leventje is voorbij,
Je moest mij.
Je stuurde me naar jou toe,
Ik wou slapen, ik was moe.
Ik schoot uit mijn droom naar het echte leven,
Zwetend van angst, leek wel te zweven.
Ik weet dat je nog van me houd,
Daarom heb ik het nooit koud.
Ooit kom ik naar je toe.
Dan is alles voorbij,
ik beloof dat ik het doe!
Laat wat van je horen