Een meisje met weelderige krullen in het gras.
Denkend aan een bekende droom
niet wetend wat het was
nog steeds zittend onder de grote appelboom
Uren verstreken
en achter de bergen verdween de zon.
Zodadelijk ging de nacht aanbreken
nog steeds peinzend over de onbekende bron.
Dagen vergingen.
Bladeren vielen op de grond.
Het meisje stond op, vergat haar verlangingen.
Het waren de zwijgende woorden waar ze bij stilstond.
Een meisje zittend bij de boom,
wist eindelijk waar ze aan dacht,
een onvergetelijke mooie droom,
een droom waarbij ze eindelijk glimlacht.
Laat wat van je horen