Er valt een regendruppel naar beneden.
Hij valt op m`n jas.
Hij glipt verder en verder naar beneden.
Nu zit de regendruppel op m`n broek.
En roetsj nu glipt hij
keihard naar beneden.
Baf op m`n schoen.
Ik zie dat hij naar me kijkt.
Zo`n lief en klein lachend
gezichtje zomaar op m`n schoen.
Hij laat een klein traantje vallen en splitst zichzelf in tweeën.
Baf de twee helften allebei
op de stoep.
De grond zuigt ze op.
De zon komt eraan en de regendruppeltjes worden samen met nog meer regendruppeltjes
naar boven genomen.
De druppeltjes gaan naar boven,maar we kunnen ze niet zien.
Daar boven zie ik een grote grijze wolk deze kant opkomen.
Nu begint het weer opnieuw.
Hij valt naar beneden
en komt weer op m`n jas.
Dan valt hij weer op m`n broek en roetsj glipt hij keihard naar benden.
En baf weer op m`n schoen.
En weer zo`n lief
en klein lachend gezichtje.
Hij laat weer een klein traantje vallen en splitst zichzelf in tweeën.
Baf ze vallen weer op de stoep.
De grond zuigt ze weer op.
Weer komt de zon en de regendruppeltjes worden met nog meer regendruppeltjes weer meegenomen.
Ik kan ze weer niet zien,maar toch weet ik dat ze er zijn.
Laat wat van je horen