Donker is het deze nacht,
Maar wacht!
Daar in de verte zie ik iets,
Het komt zomaar uit het niets.
Langzaam komt het naar me toe,
Wat voel ik me toch moe.
Ik heb zin om erheen te gaan,
Maar ik dwing mezelf te blijven staan.
Steeds feller wordt het licht,
En steeds beter word mijn zicht.
Het is een tunnel vol met licht,
Op dat moment zie ik een gezicht.
Het ziet er vredig uit,
Het lijkt op een vertrouwde snuit.
Op dat moment hoorde ik gepiep,
Ik kreeg in de gaten dat ik heel diep sliep.
Ik werd wakker,
Ik zag een verpleegster, ze zei:
‘Wat ben jij een taaie rakker’.
Laat wat van je horen