Als woorden ,
slechts lege frasen zijn,
jou niet meer bereiken,
en ’t geruis van de wind,
jouw aandacht wel kan houden,
eerder nog dan mijn,
zacht uitgesproken hopen,
dat we ooit weer eens,
samenzijn zouden.
Als woorden,
zichzelf zien verdwalen,
vertrapt langs het pad,
lelijk weggeworpen,
is de tijd gekomen,
’t roeloos einde van mijn dromen.
Niet de wurgende pijn,
niet de kille greep,
van ons gescheiden zijn,
niet dat troebel water,
krijgen mij echter klein.
’t Vonnis is voltrokken,
felle winden opgestoken,
want ’t waren wel,
jouw allerlaatste woorden,
die mij hebben gebroken.
Laat wat van je horen