Als de zon de wereld
zo mooi weer kleurt.
De lantaarns zijn allemaal eender
in de lang doorlopen straat
ze stralen eenzelfde licht
dat verder dan 27 passen gaat.
Vroeger wandelde je daar in vrede
Onder een mooie maan van licht en
kleuren.
Het opgeheven hoofd liep je als vanzelf
was je het tellen van je pas zo snel vergeten.
Het is thans druk geworden in de straat
hij is bezaaid met palen met ogen
Die je van alle kanten gadeslaan
en weten waar je gaat of blijft staan.
In de verleiding het geluk te willen kopen
rent iedereen elkaar haastig voorbij
er is niet veel gebleven van te dromen
van links rechts en opzij.
Echo’s galmen door de straat
Huilen met het koor van storm en wind
Plavuizen glinsteren in duizendvoud
Alleen de sterren zijn nog bemind
Ohtends schoont men de trotoiren
onder het schaduwen van de palen
vervangt men het gesprongen glas
Schrobt men de keien alras.
Totdan de nieuwe dag is gekomen
weet geen mens wat er is gebeurd
in het licht en ochtend gloren
en de zon de wereld zo mooi weer kleurt.
Laat wat van je horen